Inleiding

Medio jaren tachtig is het ministerie van VROM begonnen met het opstellen van algemene regels voor bedrijven in het kader van de toenmalige dereguleringsoperatie, ook wat betreft stookinstallaties > 130 kW. De operatie was erop gericht om de vergunningsverplichting toen nog op basis van de Hinderwet te vervangen door een stelsel van algemene regels en standaardvoorschriften. Vervolgens is de Hinderwet in maart 1993 vervangen door de Wet Milieubeheer, die beter aansloot op de eisen van de tijd. De hele operatie heeft er toe geleid dat veel bedrijven, die vallen onder de Wet Milieubeheer, niet meer vergunningsplichtig zijn.

Reden invoering SCIOS

Oude situatie

Afhankelijk van het vermogen moesten deze installaties minimaal eenmaal in de 4 jaar worden geïnspecteerd door een onafhankelijk inspectiebedrijf. Jaarlijks onderhoud was niet voldoende en installateurs moesten accepteren dat derden hun installaties kwamen keuren. In de praktijk kwam het er op neer dat de onderhoudsmonteur zijn onderhoudswerk deed en vervolgens werd gecontroleerd door een zogenaamde Visa-inspecteur. Uiteraard vonden de meeste inspecteurs dat zij voldoende grond hadden corrigerend op te treden om daarmee de noodzaak van hun dienst nog eens te onderstrepen. Vervolgens kon de monteur voor een 2e keer opdraven, wederom gevolgd door een inspectieronde. Een onwerkbare situatie. 3 jaar geleden haalde het ministerie van VROM het Visa-verhaal onderuit, dit onder het mom van “wat je niet handhaaft moet je ook niet willen regelen”.

Omvorming

Op basis van de bovengenoemde situatie was de installatiegroep grote stookinstallaties van het VNI van mening dat de branche het hier niet zomaar bij kon laten. De veiligheid van het publiek kwam immers in het geding. Uiteindelijk wist deze groep de overheid ervan te overtuigen dat zowel uit milieuoverwegingen als in het kader van de veiligheid er een herziene regelgeving moest komen. VROM ging akkoord maar onder uitdrukkelijke voorwaarde dat het onderhouds- en inspectietraject werk gecombineerd. Vanuit deze gedachtegang is het “SCIOS” ontstaan.

Nieuwe situatie

Op basis van het SCIOS-reglement worden stookinstallaties op een adequate wijze onderhouden en geïnspecteerd. De bewaking van deze installatie is van groot belang. Een slechte conditie brengt niet alleen gevaarlijke situatie met zich mee, maar zorgt tevens voor een verminderd rendement en extra milieubelasting. In de nieuwe eisen is een sluitend toezicht op de kwaliteit en een goede aanpak van de documentatie opgenomen. Het betreft geen extra controle, maar een borgingsbeleid dat is ingebed in de kwaliteitsketen. Een en ander wordt getoetst aan de hand van het certificaat “SCIOS”. Met de komst van de nieuwe regelgeving is elk erkend installatiebedrijf in het bezit van de juiste kwalificaties, gerechtigd om periodiek onderhoud en periodieke inspecties van stookinstallaties.

Toepassing SCIOS

Het SCIOS is van toepassing voor stookinstallaties > 130 kW. Het betreft hier installaties in de volgende klassen:

-atmosferische warmwaterketels en luchtverhitters
-ventilatorbranders op warmwaterketels
-lucht-, stoom- en heetwaterketels
-gasmotoren
-bijzondere industriële installaties
-Nox-metingen
-Brandstofleidingen

Voor elke klasse is een zogenaamde scope opgezet, waardoor onderhouds- en inspectiebedrijven zich, al dan niet afzonderlijk, kunnen kwalificeren. Het hele stookinstallatie-traject valt in drie delen uiteen: ten eerste bijzonder inspectie, gevolgd door periodiek onderhoud en door een periodieke inspectie.

Bij het opstellen van het kwaliteitssysteem is uitgegaan van een beperkt aantal van de kwaliteitssysteemeisen uit de ISO 9001. Het kwaliteitssysteem is zodanig opgezet dat het voor de installatiebedrijven die dat wensen een “opstap” is naar certificering volgens ISO 9001.